Het Pesticide Action Network vraagt in een spoedprocedure bij het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb) een verbod op gebruik van het bestrijdingsmiddel Pitcher met een hormoonverstorende stof in de open lucht. Het wetenschappelijk bewijs voor schade aan de gezondheid is overtuigend, maar Ctgb laat het middel zonder beperkingen toe. De instantie werd in dit dossier al eerder op de vingers getikt door het Europees Hof en daarna ook door het CBb, de hoogste bestuursrechter in Nederland voor dit soort zaken. Bij de beoordeling moeten de meest recente wetenschappelijke inzichten worden meegenomen. Dat oordeel is door het Ctgb genegeerd bij een nieuw besluit. Het beroep daartegen duurt echter lang, terwijl de stof al in hele lage concentraties voor omwonenden en passanten erg schadelijk kan zijn. Daarom vraagt de organisatie nu in een spoedprocedure schorsing van de toelating van het middel voor open teelten. Het is voor het eerst dat deze weg bewandeld wordt bij de toelating van een pesticide.
“Het Ctgb heeft blijkbaar lak aan de voorschriften en de regelgeving. Ze zijn zowel door de hoogste Europese als de Nederlandse bestuursrechter terechtgewezen en toch doen ze het alweer overduidelijk verkeerd. Alle deskundigen inclusief de Europese voedselautoriteit EFSA zijn het eens dat de stof heel schadelijk is voor de gezondheid. Toch laat het Ctgb gebruik toe van producten met deze stof in de open lucht. Mensen worden hier onnodig aan bloot gesteld en het Ctgb doet haar werk niet. Dus zit er niets anders op dan een spoedprocedure om daar een eind aan te maken,” zegt Hans Muilerman van het Pesticide Action Network.
De zaak begon in 2019 met een bezwaar van PAN Europe tegen het besluit van het Ctgb om het middel Pitcher toe te laten, met de werkzame stof schimmeldoder Fludioxonil. Daarbij ging de instantie voorbij aan onafhankelijk wetenschappelijk onderzoek dat wijst op gevaren voor de gezondheid. Het Ctgb meende daar niet naar te hoeven kijken, omdat die onderzoeken van na de oorspronkelijke toelating dateren. Volgens PAN moeten de laatste wetenschappelijke inzichten leidend zijn bij het nemen van een nieuw besluit. De rechtbank besloot het Europees Hof te vragen om uitleg van de regelgeving op dit punt.
Dat oordeel kwam uiteindelijk in April 2024 en was heel duidelijk:
“ …. voor het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen moet dit beginsel evenwel worden afgewogen tegen het voorzorgsbeginsel dat (….) beoogt een hoog niveau van bescherming van de gezondheid van mens of dier en van het milieu te waarborgen. Zo kunnen de Commissie en/of de lidstaten, wanneer er gegevens aan het licht komen waaruit blijkt dat een werkzame stof of een gewasbeschermingsmiddel een schadelijk effect op de gezondheid van mens of dier of een onaanvaardbaar effect voor het milieu heeft, genoodzaakt zijn de goedkeuring van deze werkzame stof of de toelating voor het op de markt brengen van dit gewasbeschermingsmiddel in te trekken en, in voorkomend geval, noodmaatregelen te nemen.” (afweging 97)
Specifiek voor hormoonverstorende stoffen voegt het Hof in afweging 100 nog toe dat de beoordelende instantie: “… bij het onderzoek van deze aanvraag rekening moet houden met de ongewenste effecten die de hormoonontregelende eigenschappen van een werkzame stof in dat middel kunnen hebben op de mens, gelet op de op het moment van dat onderzoek beschikbare relevante en betrouwbare wetenschappelijke en technische kennis.”
Verder wijst het Hof in afweging 90 er nogmaals op dat volgens de Europese wetgeving de gezondheid van mens en dier en van het milieu „voorrang moet krijgen” boven de verbetering van de teelt van gewassen. [1]
Nieuw besluit Ctgb negeert rechterlijke uitspraken en wetenschappelijke bewijzen
Na deze uitspraak vernietigde het College van Beroep voor het bedrijfsleven het besluit van het Ctgb. Op 23 juli 2025 volgde een nieuw besluit. Dat negeert opnieuw de meest recente wetenschappelijke inzichten. Het Ctgb heeft het middel Pitcher en de actieve stof fludioxonil niet getoetst aan de criteria voor hormoonverstoring uit de Verordening 1107/2009 (Annex II, punt 3.6.5) en in plaats daarvan een risicoanalyse uitgevoerd die alleen geldt voor niet-hormoonverstorende stoffen. Dit terwijl de Voedselautoriteit EFSA in november 2024 heeft vastgesteld dat fludioxonil een hormoonverstorende stof is en het Ctgb dit zelf ook toegeeft.
Tegen dit besluit is beroep ingesteld, direct bij het CBb. Behandeling zal echter enige tijd vergen en al die tijd is de stof gewoon op de markt en worden gebruikers, omwonenden en consumenten eraan blootgesteld. Voor het Pesticide Action Network reden om nu een voorlopige voorziening te vragen, de bestuurlijke variant van het kort geding. We vragen om onmiddellijke intrekking van de toelating van het middel, in afwachting van een besluit over het nieuwe beroep.
[1] Vonnis Europees Hof 25 april 2024. Zie ook EU Court: member states do not properly carry out pesticide assessmentsVerzoek voorlopige voorziening is op te vragen bij PAN-NL of PAN Europe.